Wat kan een kind in het water en wanneer?
Volgens Reiser (2019) zijn er verschillende factoren die bepalen hoe snel een kind kan leren “zwemmen”:
- De definitie van ‘zwemmen’ die je hanteert, aangezien deze sterk kan verschillen (opm.: voor de VZF is dit het beheersen van een genormeerde zwemslag).
- De leeftijd van het kind en in het bijzonder de ontwikkelingsleeftijd, die een grote rol kan spelen.
- Eerdere positieve of negatieve ervaringen van het kind met/in water.
- De mogelijkheden van het kind: wat het kind kan en hoe snel het leert.
- De individuele focus, inspanning en motivatie van het kind.
- De expertise van de lesgever: gekwalificeerde en ervaren lesgevers behalen een beter resultaat.
Volgens Reiser kunnen kinderen van onderstaande leeftijd ‘redelijkerwijs’ uitvoeren;
- 3 maanden: de baby verdraagt een zachte waterstraal over het hoofdje.
- 6 maanden: de baby verdraagt een korte onderdompeling.
- 12 maanden: de baby kan een korte stukje onder water voortbewegen.
- 18 maanden: de peuter kan zich zelfstandig 3-5 seconden door het water manoeuvreren met behulp van de benen.
- 24 maanden: de peuter kan vanuit zit te water gaan en geraakt zelfstandig terug naar de zwembadrand.
- 30 maanden: de peuter kan 2-3 meter met het gezicht in het water voortbewegen.
- 36 maanden: de peuter springt in het water en geraakt zelfstandig terug naar de zwembadrand.
- 3 ½ jaar: het kind ‘zwemt’ met het gezicht in het water en komt, wanneer nodig, ademen door het hoofd uit het water te houden of door op de rug te draaien.
- 4 jaar: het kind kan 6 meter crawl zwemmen met het gezicht in het water.
- 5 jaar: het kind kan 10 meter rugslag en crawl zwemmen (met zijwaarts ademen).
- 6 jaar: het kind kan 100 meter wisselslag zwemmen (of 25 meter in de vier genormeerde zwemslagen: vlinderslag, rugslag, schoolslag en vrije slag).
Bron: https://www.liveabout.com/teach-a-child-to-swim-3169541
De Vlaamse Zwemfederatie volgt de brevettenlijn van het ISB. Meer weten?