Hoe vermijd je geruchten, roddels, onterechte beschuldigingen...?

Als sportbegeleider vervul je een voorbeeldfunctie in je sportorganisatie en draag je verantwoordelijkheid ten opzichte van jonge sporters. Het is dan ook belangrijk om te allen tijde de veiligheid en integriteit van de jonge sporters te garanderen. Als alle begeleiders zich houden aan de afgesproken gedragscode, is er geen probleem. Wel is er een probleem wanneer er vermoedens, geruchten of roddels zijn over het gedrag van een sportbegeleider t.a.v. een sporter.

Als er een open sfeer heerst, mensen elkaar kunnen aanspreken op gedrag en geruchten, situaties van één-op-één contact met jonge sporters beperkt worden en er duidelijke afspraken zijn, verkleint dat het risico dat anderen je (valselijk) kunnen beschuldigen van seksueel grensoverschrijdend gedrag en laat je controle en toezicht toe. Ook al heb je alleen maar goede bedoelingen, toch is het belangrijk om zulke aanklachten te allen tijde te voorkomen.

“Eens beschuldigd, altijd verdacht” – het is vaak een pijnlijke realiteit. Geruchten of roddels over seksueel grensoverschrijdend gedrag door een sportbegeleider leiden vaak ook tot morele paniek binnen de sportorganisatie. Het is de taak van het bestuur om de situatie, al dan niet in samenwerking met de aanspreekpersoon integriteit (API), discreet en integer op te vangen, aan te pakken en erover te communiceren met alle betrokkenen (zie het handelingsprotocol in het Raamwerk lichamelijke en seksuele integriteit en beleid in de sport of het reactieplan in SPORT MET GRENZEN: Beleidsinitiatieven om lichamelijk en seksueel grensoverschrijdend gedrag aan te pakken).

Bron: ICES, www.ethicsandsport.com