Dit hangt ervan af of het voor individueel of synchroonspringen is. Bij individueel springen zijn er zeven juryleden die een score geven van 0 (vreselijk, zoek een andere sport) tot 10 (proficiat, volledig geslaagd). De twee hoogste en twee laagste scores worden niet meegeteld, enkel de drie middelste scores tellen mee. Die worden samengeteld en vermenigvuldigd met de moeilijkheidsgraad van de sprong om tot een totaalscore te komen voor die sprong.
Bij schoonspringen wordt de uitvoering op vier aspecten beoordeeld, namelijk:
Voor synchroonspringen zijn er elf juryleden. Drie daarvan jureren de uitvoering van de sprong en de vijf anderen jureren de synchronisatie. Enkel de mediaan van beide scores wordt in rekening genomen en vermenigvuldigd met de moeilijkheidsgraad.
De moeilijkheidsgraad van de sprong wordt berekend via een complexe formule die door het FINA werd opgesteld, waardoor de beoordeling niet (volledig) subjectief verloopt.
Veel om op te letten dus!